DE VERHOUDING TUSSEN KNIEBUIGEN EN BANKDRUKKEN.

Uit onderzoek is gebleken dat er een formule kan worden gehanteerd ten aanzien van de verhouding van de maximale kracht tussen de hoofdoefeningen Kniebuigen en Bankdrukken.
 
Het onderzoek wat ikzelf heb uitgevoerd betrof de 20 beste powerlifters van de USA uit de jaren 1990, 1991 en 1992.
 
Per jaar zijn 10 gewichtsklassen in het onderzoek betrokken (52kg - 56kg - 60kg - 67.5kg - 75kg - 82.5kg - 90kg - 100kg - 110kg - 125kg).
 
In totaal telt het onderzoek dus 600 onderzoeksresultaten.
 
Uit het gemiddelde van deze resultaten kan de volgende formule berekend worden.
 
Voor de berekening van het Kniebuigen:
 
KB = BD * 2,2 - LG
 
Hierbij is het resultaat van de oefening Bandrukken maal 2,2 minus het eigen lichaamsgewicht de prestatie die bij het Kniebuigen gehaald zou moeten worden.
 
Voor de berekening van het Bankdrukken:
 
BD = (KB + LG) / 2,2
 
Hierbij is het resultaat van de oefening Kniebuigen plus het eigen lichaamsgewicht gedeeld door 2,2 de prestatie die bij het Bankdrukken gehaald zou moeten worden.
 
Deze formule is mijns inziens dusdanig van belang dat je er als werper vanuit kan en mag gaan dat deze verhouding ongeveer overeen zou moeten komen met je eigen prestatie.
 
Als de uitkomst van je eigen prestatie kleiner is dan 2,2 dan kan de trainer de stelling aannemen dat de benen relatief zwakker zijn dan de armen en zou de training dus meer op de beenoefeningen gericht moeten zijn.
 
Het moge duidelijk zijn dat waar ik hier over Kniebuig prestaties spreek dat dit DIEPE KNIEBUIGING betreft en dus geen halve kniebuiging.
 
 
 
© Piet Meijdam - Amsterdam